WELKE ONTSTEKINGSCURVE HEB IK NODIG?


Voor een relatief tamme of standaardmotor is onze ontstekingscurve 5.1 (bij motoren met een piekvermogen onder ongeveer 6000 tpm) of 6.1 (bij piekvermogen boven ongeveer 6000 tpm) ideaal. Deze hebben elk een statische ontstekingscurve tot 5000/6000 tpm en verstellen daarna lineair met 1°/1000 tpm naar een latere timing. Hierdoor zorgen deze ontstekingscurven voor een krachtige acceleratie in het middelste toerengebied en laten ze de motor vrijer en gezonder draaien bij maximale toeren. Je moet deze curven instellen op de ontstekingstijd zoals aangegeven voor jouw motor.


Voor een sportievere of opgevoerde motor zorgen de progressievere X.3-ontstekingscurven voor een nog duidelijkere toename in vermogen, omdat ze de resonantie-effecten van de uitlaat nog beter ondersteunen en het werkgebied ervan verbreden. Welke ontstekingscurve ideaal is, hangt af van het toerental waarbij de motor zijn piekvermogen bereikt. Dit toerental moet liggen in het middelste, vlakkere gebied waar de ontstekingscurve op ongeveer 15/16° staat. Als dat het geval is, resulteert dit automatisch in aanzienlijk meer vroegtijdige ontsteking voor een betere acceleratie en aanzienlijk minder vroegtijdige ontsteking in het overtoerengebied, waardoor de motor aanzienlijk hoger kan draaien en vriendelijker is voor de onderdelen. Deze soort ontstekingscurven moet vanuit de basisinstelling ongeveer 0,2/0,3 mm eerder worden ingesteld dan de fabrieksopgave van de motor om de voordelen in vermogen optimaal te benutten. Deze X.3-ontstekingscurven hebben we voor motoren met een piekvermogen tussen 7000 tpm (Curve 6.3) en 12000 tpm (Curve 10.3), zie het vorige bericht.

FAQ RZT Delta 21 Ontsteking


FAQ MET BETREKKING TOT DE RZT DELTA 21 ONTSTEKING.

Vraag: Moet ik de Delta21 per se met een accu gebruiken?

Antwoord: Niet per se, maar met een accu heb je een betere start. Zonder batterij zijn ongeveer 800 toeren nodig om te starten, wat bij sommige motoren niet kan worden bereikt met de kickstarter. Wanneer je de RZT via de accu hebt aangesloten dan heb je al bij 1 toer per minuut al een vonk waardoor jouw brommer direct aanspringt.

V: Heb ik een gespecialiseerde werkplaats nodig voor de montage?

A: Nee, de Delta is speciaal ontworpen voor zelfmontage en daarom grotendeels voorgemonteerd.

V: Moet ik de ontstekingscurve zelf programmeren?

A: Nee, alle ontstekingscurves zijn vooraf geprogrammeerd. Je hoeft alleen te kiezen welke het beste bij jouw motor past en je kunt volledig vertrouwen op onze expertise.

V: Werkt de Delta ook in beide draairichtingen?

A: Ja, omdat het ontstekingssignaal onafhankelijk is van de lichtvoorziening, werkt de Delta even goed in beide richtingen, maar er zijn verschillende afstelmarkeringen voor links- of rechtsom draaien.

V: Heb ik speciaal gereedschap nodig voor montage en afstelling?

A: Zoals bij elke ontsteking heb je een meetklok nodig om het gewenste ontstekingstijdstip nauwkeurig te kunnen bepalen. Je hebt verder geen speciaal gereedschap nodig voor de montage. Voor demontage heb je onze M27x1 Linkse polradtrekker nodig.

V: Waar moet het ontstekingstijdstip liggen met de Delta?

A: Bij de X.1-curves moet je je houden aan de fabrieksspecificatie van je motor. Bij de X.3-curves moet je de ontsteking 0,2-0,3 mm eerder (meer voorontsteking) instellen om optimaal te profiteren van de prestatievoordelen van de Delta.

V: Hoe weet ik welke ontstekingscurve of ECU ik nodig heb?

A: Dit hangt af van het toerental waarbij jouw motor zijn maximale vermogen levert, dit moet liggen in het gebied waar onze X.3-curves hun vlakke gedeelte (met 15/16°) hebben. Als dat klopt, ondersteunt de ontstekingscurve de motor perfect.

V: Kan ik de ontstekingscurve achteraf wijzigen?

A: Ja, je hoeft alleen de betreffende ECU te vervangen, dat is in 2 minuten gebeurd.

V: Kan ik de Delta ook gebruiken voor racebrommers, zonder contactslot?

A: Ja, probleemloos. De Delta werkt volledig autonoom en heeft alleen een uitschakelaar nodig.

V: Kan ik een elektronische toerenteller op de Delta aansluiten?

A: Ja, je kunt het signaal ofwel inductief via de ontstekingskabel aftappen of rechtstreeks parallel vanaf het primaire signaal van de sensor (blauw/wit kabel aan de 1e vierpolige stekker) aftappen.